Praktijkvoorbeelden

Casus: Suzanne aangerand door drie jongens

Op een school voor VO is Suzanne aangerand door drie jongens. De jongens zijn voorgeleid en veroordeeld tot enkele maanden in een justitiële jeugdinrichting. Daarna moet besloten worden of ze op school kunnen terugkomen. Het zonder meer niet meer toelaten van de jongens ligt procedureel lastig.
De schoolleiding vraag begeleider Nadia met Suzanne en haar ouders te gaan praten om te kijken hoe zij aankijken tegen een eventuele terugkeer van de jongens. De ouders en Suzanne zien er als een blok tegenop. Suzanne is bang voor de terugkeer van de jongens en weet zich geen houding te geven. Ze is ook bang voor de vrienden van de jongens die zich tegen haar zouden kunnen keren als degene die hun vrienden van school gekregen heeft. Nadia vraagt voorzichtig of het wellicht een mogelijkheid zou zijn te kijken of er vooraf een gesprek kan plaatsvinden met de jongens en een van hun ouders en Suzanne en haar ouders. Nadia vertelt hoe zo’n gesprek verloopt en laat de vragen zien die de leidraad zullen zijn. Na er onderling samen over gepraat te hebben zeggen Suzanne en haar ouders enkele dagen later ja tegen een gesprek. Ze zien het als een mogelijkheid voor Suzanne om haar zelfvertrouwen te versterken en te laten zien dat ze geen slachtoffer is. Het kan ook een tweedeling in de klas voorkomen waar Suzanne de dupe van zou kunnen worden. Diep van binnen geldt bij de ouders ook het argument dat de daders hun straf hebben uitgezeten en een kans moeten krijgen.
In een gesprek dat de drie jongens en hun ouders afzonderlijk met Nadia hebben, zegt zij zich voor te kunnen stelen dat het voor de jongens moeilijk kan zijn om weer naar school te komen. En dat er natuurlijk heel veel is gebeurd tussen de jongens en Suzanne. Iedereen ziet dat het voor veel leerlingen en leraren moeilijk is met een onbevangen blik naar de jongens en Suzanne te kijken. Twee van de drie jongens gaan, zo blijkt, gebukt onder wat er is gebeurd. Ze realiseren zich hoe verschrikkelijk stom ze hebben gehandeld en dat ze dit hun leven lang moeten meedragen. Uiteraard slechts ten dele, kunnen ze zich een voorstelling maken van de impact op Suzanne. Eigenlijk durven ze amper naar school. ‘Hoe zullen de leraren en de andere scholieren tegen ons aankijken?’ Schuld en schaamte, voorwaarde voor het voeren van een herstelgesprek zijn aanwezig. Bij een derde ouder en haar zoon is geen ruimte is voor een herstelgesprek. Er is verbittering en boosheid over de manier waarop de school hen behandelde. Zij kiezen dan ook voor een andere school en overwegen een klacht tegen de school in te dienen. Suzanne respecteert hun keus, zegt dat de school kan helpen bij het zoeken naar een andere school en neemt afscheid.
Tussen Suzanne, haar ouders en twee jongens vindt een herstelgesprek plaats waarin de emoties van alle kanten hoog oplopen. Suzanne krijgt van de daders erkenning voor het onrecht dat haar is aangedaan; de jongens zien dat Suzanne en haar ouders zich realiseren welke impact het incident op hen had. Suzanne en haar ouders zien ook het verdriet, de schuld en schaamte bij jongens en hun ouders. Bij de vraag hoe de daad van de jongens hersteld kan worden, blijkt het meeste al gezegd te zijn. Iedereen realiseert zich dat zij niet snel meer tot zo’n daad zullen overgaan. ‘Gewoon normaal met mensen omgaan, dat moet toch voldoende zijn’, zegt Suzanne
De mentoren wordt gevraagd, in klassen waar er vragen komen te vertellen dat er een gesprek is geweest tussen Suzanne, haar ouders en de jongens en dat dit voor hen voldoende is.
Nadia na afloop: ‘Ik vond het enorm spannend eraan te beginnen, maar wat mij rust gaf, was het idee dat mijn succes, of hoe je het noemen wilt, niet afhankelijk zou zijn van het al dan niet doorgaan van het herstelgesprek. Als dat wel zo zou zijn geweest zou ik veel zenuwachtiger zijn geweest en waarschijnlijk hebben mensen geprobeerd te overtuigen mee te doen. En ik heb geleerd dat dit niet werkt. Nu bereikte ik eigenlijk meer dan ik wilde. Ik wilde dat Suzanne ermee zou kunnen leven. Zij was heel tevreden over wat er gebeurde, evenals haar ouders. Ze waren heel blij met wat de school deed. En ook de die jongens en hun ouders vonden het erg waardevol. Zeker die van de jongens die op school bleven. Die andere moeder was ontevreden en boos, maar zag wel duidelijk dat we ons best hadden gedaan en niet meer voor haar konden doen. Ze raakte helemaal in verwarring toen ik haar vertelde hoe de school kon helpen bij het indienen van een klacht en het zoeken van een andere school.
Een heftig moment was toen de jongens in het gesprek de enorme emoties, zeg maar de schuld en schaamte, bij hun ouders zagen. Dat gebeurde toen Suzanne ’s moeder vertelde over de impact die het op haar had gehad. De jongens realiseerden dat ze hun ouders ook schade hadden berokkend. Het maakt het gewicht voelbaar van de last die zij met zich meedroegen. Herstelrecht geeft hen in feite de mogelijkheid die last lichter te maken. En reken maar dat ze dat wilden.
Waar ik veel aan heb gehad is wat ik noem die kouwe manier van gespreksvoering. Dus geen emotie tonen, niet te veel meeleven. En het werkt: als ik medeleven ga tonen aan Suzanne, hoeven die jongens dat niet te doen; nu moesten zij aan het werk… Spannend moment was toen ik zag hoe diep een van die jongens zich schaamde en hoe moeilijk hij het daarmee had. Ik zat op mijn lippen te bijten om niet te zeggen ‘ik kan me voorstellen dat het voor jou ook moeilijk is’. En weet je wat gebeurde: de moeder van Suzanne zei haast letterlijk wat ik aan het verbijten was. En als je het hebt over verbinden, is dat natuurlijk tien keer zoveel waard.
‘Na het herstelgesprek heb ik in de teamvergadering min of meer verteld wat ik nu tegen jou vertel. Dat was ook wel nodig want er waren hele discussies aan het ontstaan over het wel of niet toelaten van die jongens. Iedereen was standpunten aan het innemen en aan het bepalen wat goed zou zijn voor Suzanne. Toen ik vertelde dat dit voor Suzanne en haar ouders de meest werkbare optie was, was die discussie over. Weet je, ik had me voorbereid op een hele discussie na mijn verslag en allemaal moeilijk gedoe en zo, maar ik kreeg volkomen onverwacht een applaus van heb-ik-jou-daar! Toen knapte er wat. Alle spanning viel in één klap van me af en ik barstte in tranen uit. Ik ben nog nooit zo geknuffeld door mijn collega’s als toen.
Het was trouwens wel handig dat ik jou achter de hand hebt om mee te sparren. In mijn eentje had ik het niet gekund. Maar, het gaat je allemaal niet in de kouwe kleren zitten hoor, pffff.’

« terug

Video: A story of Hope

Video over succesvolle toepassing van Herstelrecht op een "continue gevaarlijke school". (Engels, 9 min.)

Video: Ergerniskaartjes

Door het ergerniskaartje te gebruiken kunnen leerlingen zelfstandig ergernissen en conflicten oplossen. (7 min.)